Sultan Hassan moskee
De Sultan Hassan moskee is niet alleen een moskee maar ook een Madrasa dit is arabisch voor school
Het is een prachtige moskee in de stijl van de vroege Mamelukse architectuur in Cairo. De moskee is gebouwd in 1356-1363.
De veel geplaagde sultan Hassan kwam op de troon toen hij 13 jaar oud was, is afgezet en weer benoemd en dit tot drie keer toe
Helaas is hij vermoord vlak voordat de moskee klaar was, zijn lichaam is nooit terug gevonden en hij is dus niet begraven in de moskee.
Zijn zonen zijn er wel begraven, in het achterste gedeelte van de moskee.
Achter de ingang is een donkere gang en die komt uit in een open gebied. Hier zijn 4 ruimtes, iwans genoemd en hier waren de Koranlessen.
De oostelijke iwan is de Mihab
Een bronzen deur aan de rechterkant leidt naar de ruimte waar de zonen van sultan Hassan liggen begraven.
Sultan al-Nasir Hasan (volledige naam: An-Nasir Badr ad-Din Hasan ibn Muhammad ibn Qalawun) besteeg de troon op 13-jarige leeftijd in 748 AH/1347 CE. Toen hij volwassen werd in 1350, arresteerde hij de emir Manjaq die controleerde alle staatszaken.
Voorafgaand aan die arrestatie was de emir beperkt tot een toelage van slechts honderd dirham per dag.
Dit kleingeld werd verzameld door bedienden voor de sultan.
Het is vooral opvallend gezien het feit dat de emir Shaykhu in die tijd naar schatting een inkomen had van 200.000 dirham per dag.
Deze ontbering kan worden gezien als een aanleiding voor zijn latere extravagantie. Toen sultan Hasan de teugels overnam,
plaatste hij mensen van zijn eigen gunst in machtsposities. Dit gebeurde ten koste van de huidige hoogwaardigheidsbekleders;
het maakte velen van hen van streek. Ontevreden emirs arresteerden de sultan in 1351,
hielden hem drie jaar gevangen en bevorderden zijn broer as-Salih Salih tot de troon.
Hasan bracht zijn tijd in de gevangenis door met studeren en zijn doodsbrieven becommentarieerden zijn kennis als resultaat.
Umari, een Mamluk dacht loyaal te zijn.
Vanwege de extravagantie van de sultan in het uitgeven van fortuinen aan vrouwen en andere vormen van vriendjespolitiek,
kwam de commandant in opstand tegen de sultan. Een hedendaagse Syrische historicus, Ibn Kathir, ondersteunde deze reputatie.