Serapeum

Tuthmosis, hogepriester van Ptah en oudste zoon van Amenhotep III, en oudere broer van Amenhotep IV/Echnaton, is de eerste om te verklaren dat hij de officiële taak had de aanbidding van de god te hervormen. 

Een andere kroonprins, de zoon van Ramses II deze keer, Chaemwaset, volgt dit voorbeeld en verklaart expliciet dat hij uitgebreid werk heeft verricht voor zijn vader in de tempel van Apis.

Deze restauraties of reconstructies van aanbidding en tempel van de god gaan gepaard met de oprichting van een nieuwe necropolis in Sakkara, waarvan de ontwikkeling niet zal ophouden de opeenvolgende regeringen te bezetten.

De farao’s besteedden bijzondere aandacht aan het eren van de god tijdens zijn leven en het verzekeren van de continuïteit van zijn funeraire cultus. Prins Chaemwaset zoon van Koning Ramses II, heeft de eerste gangen laten bouwen in het heiligdom Serapeum.

Het is de begraafplaats voor de mummies van de heilige Apis-stieren. En de prins had voor

zichzelf ook zijn eigen graf laten aanleggen, Het Serapeum met één ongeschonden begraving van

een Apis-stier en het graf van Chaemwaset zijn ontdekt

door de Franse Egyptoloog Auguste Mariette.

Het Serapeum van Sakkara is een serapeum ten noordwesten van de Piramide van Djoser in Sakkara,

een necropolis nabij Memphis in Beneden-Egypte. Het was een begraafplaats van Apis-stieren,

heilige stieren die incarnaties waren van de oude Egyptische god Ptah. Er werd aangenomen

dat de stieren onsterfelijk werden na de dood als Osiris Apis. De oudste begrafenissen op deze site dateren uit de tijd van Amenhotep III.

In Memphis bediende het singuliere syncretisme van de Egyptenaren een unie tussen de belangrijkste godheden van de stad en haar necropolis.

Dus Ptah, beschermgod van de oude hoofdstad, was nauw verbonden met de god Sokar,

godheid van de necropolis van de regio, zelf geïdentificeerd met de god van de dode Osiris.

Apis, die de heraut van Ptah was, een van zijn levende hypostases, werd aldus de vertegenwoordiger van

deze goddelijke associatie en verzekerde de verbinding tussen de wereld van de levenden en die van

de doden door zijn dood Osiris-Apis te worden.

We begrijpen vanaf dat moment het belang van zijn sekte eerst in de ogen van de Memfieten en vervolgens van heel Egypte.

Zijn tempel was het toneel van nationale ceremonies sinds zijn officiële troonsbestijging toen hij

werd geopenbaard aan mannen bij zijn begrafenis aan het Serapeum van Sakkara. De laatste vormde eigenlijk

de begraafplaats van zoveel incarnaties van de goden, dat de reputatie ervan ver uitsteeg met die van andere heiligdommen

Tijdens de regeerperiode van zijn vader werkte Chaemweset, een zoon van Ramesses II (1279-1213 v.Chr.)

Van de negentiende dynastie, als beheerder en gaf opdracht om een ​​tunnel te graven op

de locatie en een catacombe van galerijen – nu bekend als “De Lesser Vaults “- ontworpen met zijkamers

om de sarcofagen in te dammen voor de gemummificeerde overblijfselen van de stieren.

Maar op een na zijn alle kamers leeg geroofd en alles is meegenomen behalve de steles.

Een tweede galerij van kamers, Sheshonq I gebood zijn hogepriester van Ptah, Chedsunefertum,

een een tweede gallerij van kamers aan te leggen. Die nu bekend staat als The Greater Vaults

Deze werd weer opgegraven onder Psamtik I (664-610 v.Chr.) Van de zesentwintigste dynastie en later uitgebreid tot

ongeveer 350 m lang, 5 m hoog en 3 m breed door de Ptolemaische dynastie samen met een lange parallelle dienstentunnel.

Deze galerijen bevatten graniet en diorite sarcofagen met een gewicht tot 70 ton elk. Maar ook deze enorme sarcofagen zijn allemaal leeg teruggevonden. En niet alle sarcofagen hebben hun uiteindelijk plaats bereikt en blijven steken in de gang.

De lange weg die leidde naar de site, geflankeerd door 600 sfinxen, werd waarschijnlijk gebouwd onder Nectanebo I, de stichter van de dertigste dynastie

Het Apis heiligdom werd ontdekt door Auguste Mariette, die naar Egypte was gegaan om manuscripten

van het Koptisch schrift te verzamelen, maar later groeide hij geïnteresseerd in de overblijfselen van de Sakkara-necropolis.

In 1850 vond Mariette het hoofd van een sfinx uit de verschuivende woestijnduinen steken, het zand opruimen en de weg volgen.

Na het gebruik van explosieven om stenen te verwijderen die de toegang tot de catacomben blokkeerden,

groef hij het grootste deel van het complex uit. Helaas zijn zijn aantekeningen van de opgraving verloren gegaan,

wat het gebruik van deze graven bij het vaststellen van een Egyptische chronologie heeft bemoeilijkt.

Mariette vond één ongestoorde begrafenis, die nu in het Landbouw museum in Caïro is. De andere 24 sarcofagen van de stieren waren beroofd.

Buiten de enorme sarcofagen was er ook een muur waar steles in gemaakt waren ter ere van de overleden Apis stieren.

Het waren als het ware de grafstenen Dankzij deze steles kon men de verhalen van de schrijvers van de klassieke oudheid

vergelijken en weten we iets meer over het leven van de heilige stier en de riten die hem omringden.

De cultus van Apis en zijn tempel genoot een verbazingwekkende welvaart en een lang leven.

Gaan buiten de grenzen van Egypte, er werden veel beelden aan hem opgedragen in de heiligdommen van

de Egyptische goden die zich ontwikkelen in de grote steden van Griekenland Geassocieerd met

Sarapis ging hij Italië eerst binnen via de grote stads tegenstanders van de Grieken, om uiteindelijk geëerd te

worden in de Romeinse steden die deze oosterse culten snel adopteerden.

Van Prins Chaemwaset die hier zijn graf had is een gouden dodenmasker gevonden.

Dit is heel bijzonder omdat in Egypte maar 2 dodenmaskers bekend zijn waarvan dit er een is.

Alle maskers in het oude Egypte zijn mummie maskers en worden over de mummie heen geschoven,

Een dodmasker echter wordt rechtstreeks op het gezicht van de overledene aangebracht